Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch [66]niets van dit koninkrijk zal Ik uit zijn hand nemen; maar Ik stel hem tot een vorst al de dagen zijns levens, om Mijns knechts Davids wil, dien Ik verkoren heb, die Mijn geboden en Mijn inzettingen gehouden heeft. 66. Hebreeuws, en dit gehele koninkrijk zal Ik uit zijn hand niet nemen; dat is, niets daarvan. Deze manier van spreken, betekenende niet een particuliere of bijzondere, maar een generale of algemene afzegging en loochening, vindt men zeer dikwijls in de Heilige Schrift, gelijk Gen.23:6; Joz.11:14; Ps.143:2; Matth.24:22; Rom.3:20. Zie ook Gen.39:23.